De moleculaire biologie heeft de laatste 15 jaar een nooit geziene bloei gekend. De technologie die nu reeds ter beschikking staat van de onderzoeker heeft dan ook het fundamenteel onderzoek naar de aard van erfelijke en niet-erfelijke aandoeningen en naar het begrijpen van de fundamentele mechanismen die onze cellen en weefsels in leven houden, in een stroomversnelling gebracht.
Het Menselijk Genoom project is beëindigd. De informatie over de opeenvolging van de 3 miljard bouwstenen van het menselijke DNA is nu vrij beschikbaar op het internet. Het vrij kunnen beschikken over al deze informatie is ook verantwoordelijk voor een volledig nieuwe aanpak in het onderzoek van de functie van het DNA. Grote stukken DNA kunnen nu vlot worden onderzocht om hun rol in frequente ziekten te ontrafelen. Het ganse genoom kan worden afgetast om regio's te identificeren die mede verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten zoals hart- en vaatziekten, depressies, reuma en vele anderen. Individuele verschillen in de samenstelling van genomen kunnen in het licht gesteld worden, het genoom van verschillende bevolkingsgroepen kan worden vergeleken, verschillen tussen mens en dier en tussen dieren onderling worden duidelijk, nieuwe dier-, insecten- en plantensoorten worden ontdekt en in kaart gebracht, genetisch gemodificeerde organismen worden geproduceerd, de samenstelling van een minimaal genoom dat nog leven toelaat, wordt ontrafeld bij bacteriën.
Het is duidelijk dat al deze toepassingen een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen en eventueel later het genezen van erfelijke aandoeningen. Toch rijzen er heel wat vragen over de wijze waarop deze mogelijkheden in de praktijk zullen worden toegepast en wat hiervan de impact zal zijn op onze samenleving nu, en zeker ook op de toekomst van onze soort.
Jean-Jacques Cassiman studeerde in 1967 af aan het Departement Medische Wetenschappen van de KULeuven en deed daarna vijf jaar onderzoekswerk met betrekking tot de menselijke genetica aan de Stanford Universiteit in de Verenigde Staten.
Van 1976 tot 1981 was hij geassocieerd hoogleraar aan het Departement Menselijke Erfelijkheid in Leuven. In 1981 werd hij gewoon hoogleraar aan hetzelfde departement en werd hij hoofd van het laboratorium voor menselijke mutaties en polymorfismen in het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid verbonden aan de KULeuven (en het UZ Leuven). In 1998 werd hij hoofd van dit Centrum.
Jean-Jacques Cassiman heeft baanbrekend werk verricht op het gebied van de menselijke genetica en het DNA-onderzoek. Hiervoor heeft hij talrijke onderscheidingen gekregen. In 1998 kreeg hij de Francqui-leerstoel aan de Université Catholique de Louvain en in 2002 promoveerde hij tot doctor honoris causa aan de University of Medicine & Pharmacy, Iuliu Hatieganu in Cluj-Napoca (Roemenië). In 1998 bewees professor Cassiman door middel van DNA-onderzoek dat Karl Wilhelm Naundorff geen nazaat was van de Bourbons en dus zeker niet Lodewijk XVII was. In 2004 bewees hij dat de bewering over een in Parijs bewaard hart, dat het aan Lodewijk XVII - de onfortuinlijke kind-koning - heeft toebehoord, daadwerkelijk klopt. Hij kreeg in 2004 de opdracht van de Franse autoriteiten om door middel van DNA-onderzoek te achterhalen of het stoffelijk overschot van Napoleon Bonaparte dat in Parijs begraven ligt, wel degelijk dat van Napoleon is. Op 28 mei 2013 ontving Jean-Jacques Cassiman een eredoctoraat van de Universiteit Hasselt, op voordracht van de studenten.
10.00 uur: Causerie in PXL-Research (gebouw A, Campus Elfde Linie)
12.00 uur: Lunch in het restaurant in PXL-NeXT (gebouw D, Campus Elfde Linie)
De causerie is gratis en staat open voor studenten en personeelsleden van Hogeschool PXL.
Gelieve je aanwezigheid te melden via deze link vóór donderdag 14 december 2017.