Doelstelling van het project
Via het project Leren in beweging willen we kinderen meer laten bewegen op school met het oog op een gezonde levensstijl en het bevorderen van het schools welbevinden.
Waarom werken aan fysieke activiteit en schools welbevinden?
Kinderen bewegen tegenwoordig veel te weinig.
Omdat kinderen een groot deel van de dag op school doorbrengen is de schoolsetting een belangrijke actor om fysieke activiteit bij kinderen te stimuleren (Pate et al., 2006). Maar de meeste scholen bieden slechts twee lestijden van 50 minuten lichamelijke opvoeding per week aan (Verloigne et al., 2012). Kinderen zouden 60 minuten per dag matig tot intensief fysiek actief moeten zijn met het oog op een gezonde levensstijl (Strong et al., 2005). Er kan dus geconcludeerd worden dat deze lessen lichamelijke opvoeding niet voor een voldoende hoeveelheid fysieke activiteit zorgen bij de kinderen.
Er zijn ook kinderen die niet graag naar school gaan.
Onderzoek toont aan dat het niet zo goed gesteld is met het welbevinden van kinderen. Wie zich niet goed voelt op school, zal ook niet goed leren (De Lee & De Volder, 2009).
Bewegingsintegratie is een veelbelovende strategie om de fysieke activiteitsgraad en het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen te verhogen. Bovendien kan het de overgang van de kleuterklas naar de lagere school vergemakkelijken. Het maakt de lessen levendiger en het helpt kinderen om cognitieve inhouden te verwerken.
In het eerste jaar van het onderzoek wordt vertrokken vanuit een theoretisch kader waarin de focus ligt op de lichamelijke en motorische ontwikkeling van lagereschoolkinderen en de link met de cognitieve ontwikkeling. Ook het verband tussen het welbevinden en betrokkenheid enerzijds en de fysieke activiteitsgraad anderzijds wordt verduidelijkt. Daarnaast worden de recente didactieken van de verschillende leergebieden binnen het lager onderwijs bestudeerd. De versterkende en de belemmerende factoren voor de integratie van beweging in het curriculum worden onderzocht en de stand van zaken van het toepassen van bewegingsintegratie in de praktijk wordt toegelicht. Bijkomend wordt het boek Leren in beweging: activiteiten bewegingsintegratie voor kleuters geëvalueerd.
In het tweede jaar worden aan de hand van de methodologie van een teacher design team activiteiten bewegingsintegratie ontwikkeld die in een cyclisch proces verfijnd worden door een toetsing aan de onderwijspraktijk. Deze theoretisch onderbouwde en in de praktijk geëvalueerde activiteiten worden ondergebracht in een boek: Leren in beweging 2. In dit jaar wordt tevens de interventie uitgevoerd. Het gaat om het testen van de fysieke activiteitsgraad (stappentellers) en het meten van het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen (observaties, interviews).
In het derde jaar worden de resultaten van de interventie geanalyseerd. In dit jaar zal ook volop ingezet worden op disseminatie van de resultaten via de publicatie van het boek en via de organisatie van studiedagen. Bovendien zullen de bekomen resultaten geïntegreerd worden in het curriculum van de lerarenopleiding lager onderwijs.
Marie Vandebroek
Cindy Rutten
Dorien Wassink