Bij Internet of Things (afgekort IoT) gaat het over toestellen die met elkaar en met de mens communiceren via een netwerk. Doordat het netwerk en dus communicatie altijd en overal beschikbaar zal zijn, zal IoT op termijn een onderdeel van ons dagelijks leven worden. Alles zal verbonden zijn: apparaten in en rond de woning, ons domoticasysteem, onze wagens, fietsen, … Men schat dat er tegen 2019 bijna 2 miljard connected devices zullen zijn.
IoT is een belangrijke volgende stap binnen de technologie, die ons toelaat om de fysieke wereld te voelen en te controleren. Het gaat echter verder: het controleren van die toestellen is slechts de eerste fase. Het wordt pas interessant als toestellen intelligent worden, waarbij ze zelf kunnen reageren op wijzigende omstandigheden en zelflerend worden en zelf beslissingen kunnen nemen of kunnen voorspellen op basis van waarnemingen.
Binnen IoT zijn er meerdere uitdagingen: (i) het opzetten van een systeem, met de juiste communicatiestructuur, de juiste sensoren, ... (ii) de verschillende toestellen genereren een hoeveelheid aan data, die op een of andere manier moet opgeslagen worden (in de cloud) en op basis waarvan analyses gedaan worden, beslissingen worden genomen, … (iii) consumenten tenslotte zullen allerhande apps en web applicaties kunnen gebruiken, waarbij de toestellen kunnen gecontroleerd worden of waarbij via dashboards inzicht kan verkregen worden in de evolutie van de waarnemingen, de uitgevoerde acties, …
IoT heeft een zeer breed toepassingsgebied: domotica, intelligente gadgets, connected cars, connected bikes, drones, … Traditionele IoT toepassingen zijn vaak enkel gericht op het bedienen van apparaten (vaak via een app – genre Philips Hue) of richten zich op energie- en gebouwenbeheer. Binnen dit project worden de platgetreden paden verlaten en richten we ons op meer complexe toepassingen. Aan de hand van allerlei sensoren zullen er verschillende zaken gemeten worden: wie passeert waar, wanneer, hoe vaak, welke wijzigingen in het gedrag zijn er, welke trends kunnen voorspeld worden, … Dit zal gebeuren in een setting op de hogeschool: eerst op laboschaal (binnen de ruimte van PXL-Research), daarna in de bibliotheek, cafetaria, lesgebouw.
In de laatste fase van het project zullen de opgedane inzichten en ontwikkelde toestellen en tools geïmplementeerd worden binnen het UD Woonlabo, waarbij we het concept “Huis van Sensoren” uitwerken. Hierbij zullen we zaken meten zoals welke mensen nog regelmatig de woning verlaten, welke patronen hier in zitten, hoe ze zich verplaatsen doorheen de woning, wat de temperatuur / vochtigheid is in bepaalde kamers, hoeveel tv ze kijken per dag, hoe vaak ze naar het toilet gaan, of ze nog koken, … Op basis hiervan kan gedragsverandering waargenomen en zelfs voorspeld worden en kan gepast gereageerd worden. Vanzelfsprekend wordt er continu overlegd met het werkveld om na te gaan welke informatie het meest waardevol wordt geacht. Tot slot wordt bij dit alles de nodige aandacht besteed aan security en privacy.
Project informatie
- T 170 Elektronica
- P 175 Informatica, systeemtheorie
- P 176 Artificiële intelligentie
Marijke Willems
Vincent Claes
Kris Hermans