Kraamafdelingen registreren dagelijks observaties zoals temperatuur, kleur, urine, stoelgang en gewicht van de à terme pasgeborene in het baby-dossier. Er is geen structuur en geen eenduidigheid in het registreren en interpreteren ervan, noch in het tijdstip waarop de arts dient verwittigd te worden.
Bij volwassenen die ziek worden zijn er duidelijk waarneembare en interpreteerbare signalen zoals koorts, veranderde hartfrequentie en toenemende pijnklachten. Verbale communicatie draagt ook bij aan tijdige risico-inschatting. Bij pasgeborenen is deze afwezig en blijven vitale parameters vaak nog een tijd goed ondanks achteruitgang in de gezondheidstoestand. Wijzigingen in gedrag, mictie en gewicht kunnen een voorteken van infectie of cardiopathie zijn. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat bij volwassenen en kinderen voortekens van verslechtering in de gezondheidstoestand vaak niet herkend worden en dat er niet tijdig naar gehandeld wordt. (Paliwoda et al., 2016)
In verschillende ziekenhuissettings wordt gebruik gemaakt van Early Warning Score Systems met goed resultaat. ( Jensen et al., 2017; Alam et al., 2014) Er is echter geen universele schaal die voor de volledige ziekenhuispopulatie kan gebruikt worden. Bij à terme pasgeborenen tot 120 uur postpartum behoren vitale parameters zoals hartfrequentie, bloeddruk en saturatie momenteel niet tot de dagelijkse controles in tegenstelling tot in andere ziekenhuispopulaties. Fysieke parameters zoals kleur, mictie, gewicht en gedrag kunnen een voorteken zijn van decompensatie en zijn niet opgenomen in reeds bestaande meetinstrumenten.
De gezondheidszorg is de laatste jaren erg aan het standaardiseren, wat de nood aan een wetenschappelijk onderbouwde tool op maat voor de pasgeborene doet toenemen.