Om het functioneren van patiënten of cliënten in kaart te brengen, baseren medewerkers in de welzijns- en gezondheidszorg zich wereldwijd meer en meer op een bio-psycho-sociaal model in plaats van op een puur biomedisch model. Het bio-psycho-sociaal redeneren is gefundeerd op inzichten uit de medische sociologie waarin het gegeven centraal staat dat een individu participeert aan het maatschappelijk leven én dat dit zijn levenskwaliteit beïnvloedt. Er wordt daarbij vertrokken vanuit de mogelijkheden van de patiënt en niet zozeer vanuit zijn beperkingen. Dit bio-psycho-sociaal model wordt vorm gegeven in de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ (ICF) van de Wereldgezondheidsorgansiatie (WHO, 2001).
De intentie om in de praktijk het klinisch redeneerproces te laten vertrekken vanuit een bio-psycho-sociaal model waarbij het handelen centraal staan, is een grote stap vooruit in het participatiebevorderend proces van personen met een beperking (Sherer, 2005). Onderzoek met betrekking tot het klinisch redeneerproces van de welzijns- en gezondheidsmedewerker (geneeskunde, kinesitherapie, verpleegkunde, ergotherapie, …) in Vlaanderen toont echter aan dat deze paradigmashift in de dagelijkse praktijk slechts schoorvoetend wordt gemaakt, wat de efficiëntie en effectiviteit van de zorg niet ten goede komt.
Er zijn al succesvolle pogingen ondernomen om de ICF te operationaliseren via de ontwikkeling van modellen en meetinstrumenten gebaseerd op bio-psycho-sociale en handelingsgerichte beslissingsstrategieën. De kennis is dus wel aal aanwezig maar de transfer naar een geslaagde valorisatie en implementatie dient geïntensifieerd en geoptimaliseerd te worden.
De ergotherapeut is één van de leden van het multidisciplinaire team in de gezondheids – en welzijnssector. Ergotherapie houdt steeds de participatie van de cliënt als ultieme uitkomst van een geslaagd interventieprogramma voor ogen en stelt bovendien het betekenisvol menselijk handelen centraal. Het kunnen uitvoeren van betekenisvolle activiteiten heeft nl. een positieve invloed op de gezondheid en het welbevinden van individuen én op het subjectieve gevoel van participatie (Christiansen et al, 2005; Hammell, 2004; Hasselkus, 2002; Isaksson et al 2007). Ergotherapeuten kunnen m.a.w. beschouwd worden als ‘ambassadeur’ om dit klinisch redeneren vanuit het bio-psycho-sociaal model te introduceren en/of te implementeren in een multidisciplinair team.
In dit eenjarig project, dat kan gezien worden als een voorbereidingstraject, focussen 2 Vlaamse opleidingen in de ergotherapie daarom op het volgende : Een grondige verkenning van de noden en de randvoorwaarden om een bio-psycho-sociaal en handelingsgericht redeneringsmodel te installeren in de welzijns- en gezondheidssector in Vlaanderen.