Onder andere door langere levensduur en de daarbij horende pensioen hervorming zijn werknemers in de mogelijkheid / wettelijk verplicht om langer door te werken. Oudere werknemers zijn meer kwetsbaar voor klachten dan hun jongere collega’s, maar voor alle werkenden groeit de noodzaak om maatregelen op de werkvloer te treffen, zodat o.a. musculoskeletale aandoeningen en psychosociale klachten voorkomen/geminimaliseerd kunnen worden, ziekteverzuim verminderd wordt en duurzaam presteren op de werkvloer ondersteund wordt.
De welzijns-en/of gezondheidsproblemen die gevolg kunnen zijn van veroudering en specifieke tewerkstellingsrisico’s vormen onderdeel van de secundaire en tertiaire preventie (Wet preventie, bescherming en welzijn op het werk, 04/08/1996) en van zorgverlening vanuit de gezondheidszorg (vb. kunnen blijven werken met chronische problemen (sec.prev.); werkhervatting na behandeling voor rugklachten (tert.prev).).
Uitgaande vanuit deze context en de perspectieven die dit biedt voor toekomstige ergotherapeuten is het de bedoeling om enerzijds de rol van de ergotherapeut in de profit sector te profileren, anderzijds om de nodige competenties in functie van deze profilering te expliciteren binnen de opleiding ergotherapie. De toenemende aandacht van de verschillende bevoegde overheden voor behoud van tewerkstelling voor mensen met chronische klachten (zodat maatschappelijke kosten kunnen vermeden worden en levenskwaliteit van deze mensen wordt ondersteund) vormt hier een bijkomende opportuniteit voor volgende generaties ergotherapeuten.
Hiervoor beogen we een optimale samenwerking binnen de profitsector, zodat:
* De rol van de ergotherapeut binnen de profit sector(i.s.m. de interne en externe preventiediensten) verduidelijkt wordt.
* De implementatie van een werkplekanalyse gebeurt binnen de context van de regelgeving. Daartoe wordt de uitbouw van een systematiek (SOBANE-strategie) tijdens de jobanalyses kenmerkend weergegeven.
* Er een evaluatie gebeurt van de verleende diensten, op basis van beschikbare “evidence based practice” en er gedegen gedocumenteerd gewerkt wordt aan verzamelen van “practice based evidence” via valorisatie waarbij enerzijds kennis wordt verspreid (disseminatie) en anderzijds een kwaliteitsvolle dienstverlening aan profit-bedrijven wordt uitgebouwd.
Huguette Desiron