Het deelproject screeningsinstrument focust op de ontwikkeling van een screeningsinstrument op maat van personen met NAH. Het beoogt zowel de diverse aandoeningen (lichamelijk, cognitief, psychisch en emotioneel) van de persoon in kaart te brengen, alsook de beperkingen die hij ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten en de mate van participatie in de maatschappij. Ook worden de omgevingsfactoren (steun vanuit het sociale netwerk, ed) en persoonlijke factoren (bijv. copingstijlen, ziekte-inzicht, therapietrouw en inzet om de gestelde doelen te bereiken) meegenomen in het screeningsinstrument. Verder moet dit instrument toepasbaar zijn voor de verschillende doelgroepen van NAH en moet dit instrument zo ontworpen worden dat het kan meegroeien met de persoon met NAH doorheen het ganse zorgtraject of revalidatieproces (zowel acuut als chronisch). Bovendien moet dit instrument voorzien zijn om het functioneren van de persoon met NAH bij de overgang van de ene fase naar de andere inzichtelijk te maken. Hiervoor wordt de ICF-methodiek voorgesteld als universeel classificatiesysteem met één gemeenschappelijke ‘taal’.
De “International Classification of Functioning, Disability and Health” (ICF) wordt als leidraad gebruikt om de verschillende functies van de persoon met NAH op fysisch, cognitief, psychisch en emotioneel vlak in kaart te brengen m.i.v. de persoonlijke en omgevingsfactoren. De ICF is een denkkader dat ontwikkeld is door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en aanbevolen wordt als referentieclassificatie om het functioneren van personen in verschillende sectoren van de zorg in kaart te brengen. Zo krijgt men inzicht in de aspecten van het functioneren van een persoon in relatie tot zijn omgeving, rekening houdend met de persoonlijke eigenschappen. De ICF biedt een gemeenschappelijke en internationale taal over de verschillende sectoren van de zorg heen, die de verschillende functies op een objectieve manier beschrijft.
Wanneer dit model als framework gebruikt wordt, kunnen hieraan specifiekere “assessments” gekoppeld worden, m.n. assessments al dan niet afhankelijk van discipline, domein, doelgroep of fase van de revalidatie en bestaande of nog te ontwikkelen assessments.
Bovendien zal er ook bekeken worden op welke manier dit instrument digitaal kan beschikbaar gemaakt worden zodat het bruikbaar is in de verschillende settings.