Project Leren (Thuis) Leren

Net zoals vorig academiejaar werd er ook nu in samenspraak met de lerarenopleiding van UCLL voor gekozen om opnieuw een aparte subsidieaanvraag in te dienen. Dit omwille van de recente reorganisatie van de lerarenopleidingen in Limburg, waarbij de CVO's werden opgenomen in de instellingen van hoger onderwijs. De project zijn complementair aan elkaar en versterkend ten opzichte van elkaar. De provincie Limburg faciliteert de afstemming tussen de verschillende projecten.

We maakten duidelijke afspraken tussen de instellingen opdat kinderen/jongeren binnen Limburg optimaal kunnen deelnemen aan studenttutoringprojecten i.f.v. kansenbevordering. De focus op het project Leren THUIS Leren blijft dus zeker behouden. Bijkomend zullen nieuwe tutoringprojecten in andere contexten dan de thuiscontext hun weg vinden naar de lerarenopleiding van de PXL en de UCLL. Hierdoor kunnen de studenten ook ervaringen opdoen in andere contexten. Vanuit PXL-Education en PXL-Education UP kiezen wij ervoor om het studenttutoringproject Leren Thuis Leren te spreiden van de derde graad basisonderwijs tot en met de tweede graad secundair onderwijs. De doelgroep bestaat uit leerlingen die omwille van de kwetsbare thuiscontext extra ondersteuning nodig hebben in het leren leren thuis.

Leren Thuis Leren staat voor één-op-éénbegeleiding tijdens minimaal 10 en maximaal 15 huisbezoeken door studenten in de lerarenopleiding. De studenten leveren maatwerk; de student is een rolmodel; de student doet een open aanbod voor de jongere/leerling en zijn ouders; er ontstaat een stevige samenwerking met de lagere en secundaire school met aandacht voor de transfer en interactie tussen leren leren thuis en in school; en dit vindt plaats in een open communicatie tussen alle betrokkenen.

Meer dan ooit werd het belang van deze ondersteuning bevestigd tijdens de COVID-19 periode. Pedagogen waarschuwen dat het online lesgeven kan leiden tot meer onderwijsongelijkheid bij kwetsbare jongeren. Immers, deze jongeren missen vaak de noodzakelijke schoolondersteuning omwille van diverse redenen zoals beperkte beschikbaarheid van internet en computers, ouders die niet bij machte zijn om hun kind(eren) te ondersteunen omwille van bijvoorbeeld onvoldoende kennis van het Nederlands, etc. Ook tijdens zulke periodes moeten deze leerlingen kunnen rekenen op bijkomende ondersteuning, indien mogelijk via telefoon, skype, whatsapp of andere laagdrempelige digitale platformen; of face-to-face met respect voor social distancing. Ook vanuit het werkveld (de scholen) kwam de vraag voor extra ondersteuning. Hierdoor zal het partnerschap vanaf volgend schooljaar ook verder worden uitgebreid. Meer specifiek zal er ook een patnerschap worden aangegaan met een school voor buitengewoon secundair onderwijs.

Complementair aan het Leren Thuis Leren, implementeren we ook het studenttutoringproject ‘Buurtsport’. Student-leraren voor het vak lichamelijke opvoeding zetten in op leren door middel van beweging. De visie van dit project sluit aan bij de literatuur van Collard, Boutkan, Grimberg, Lucassen en Breedveld omtrent de effecten van sport en bewegen op de basisschool. Sporten wordt steeds vaker gehanteerd als middel om enerzijds te werken rond de persoonlijke ontwikkeling van maatschappelijk kwetsbare kinderen, maar anders ook om de sociale positie van jongeren te versterken. Het combineren van sport en leren kan een kansrijke context worden voor het aanspreken van de doelgroep maatschappelijk kwetsbare jongeren. Sportdeelname heeft een positieve impact op de schoolprestaties en de binding met de school. Het is om die reden dat we sport als methodiek willen hanteren, niet enkel om maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren te bereiken, maar ook om 'iets te bereiken' met hen. Zo zullen de studenten diverse sporten (gaande van (kick)boks tot terreinsporten) verkennen met de leerlingen en afwisselend focussen op het leer- en keuzeproces van de leerlingen. Sport wordt met andere woorden ingezet als methodiek. Meer specifiek wordt sport ingezet als bewegingstussendoortje én bevordert het sporten achteraf de concentratie van de leerlingen tijdens het leren leren. Eveneens zal er tijdens de sportactiviteiten ook ingezet worden op het leren door middel van bewegen, bijvoorbeeld wiskunde leren door te bewegen. Denk hierbij aan meetkunde, oppervlaktes maar evenzeer rekensommen door estafettes.

Ten derde krijgen studenten ook de kans om kennis te maken met leren leren in andere contexten. Dit bijvoorbeeld via het studenttutoringproject 'OPSTAP Peer' om leerlingen uit de 1e en 2e graad secundair onderwijs te begeleiden in hun leer- en keuzeproces. Het project richt zich in het bijzonder tot jongeren met minder kansen. Dit is bijvoorbeeld voor jongeren bij wie de thuissituatie of de omstandigheden het niet toelaten om (voldoende) te studeren. Ook leerlingen die schoolmoe zijn of een achterstand hebben opgelopen, probeert men in dit project terug op weg te helpen. De studenten ondersteunen in Opstap de vaste vrijwilligers bij het begeleiden van de leerlingen. Afhankelijk van de noden verloopt dit individueel of in kleine groep. Voor deze nieuwe stageplaatsen werd er eerst een kwaliteitscontrole uitgevoerd om zeker te zijn dat er voldaan wordt aan alle competenties die beoogd worden binnen deze stage, denk hierbij aan diversiteit, maatschappelijke kwetsbaarheid, empathie,…

Tot slot stellen we vast dat er vanuit allerlei hoeken vraag komt voor extra ondersteuning aan leerlingen. Zo zal PXL-Education vanaf september 2020 ook inzetten op het begeleiden van OKAN- en internaatleerlingen. In OKAN krijgen de studenten de kans om kennis te maken met jongeren van niet-Belgische of niet - Nederlandse nationaliteit die nieuw binnen komen in ons land en het Nederlands onvoldoende beheersen. De studenten participeren aan de onderwijsactiviteiten en ondersteunen de leerlingen in algemene leervaardigheden.

Dit project wordt gefiancierd door het Departement Onderwijs en Vorming