Uitgaande van de wetgeving Preventie-Bescherming en welzijn op het werk (PBW), visietekst omtrent Weerbaar werk van minister Kris Peeters, de regelgeving vervat in cao 104 en cao 100, en het KB 24-11-2016 re-integratie van De Block & Peeters werd tijdens het focusproject 'Ergotherapeutische interventie binnen de profitsector i.f.v. duurzaamheid op de werkvloer' (Code: 2/ DWO/ 2016/ HD/FR016 + 2/DWO/2016/HD/FO016) 1) de inzetbaarheid onderzocht van ergotherapeuten binnen de profit-sector (bedrijven), 2) en werden aanvullende elementen (organisatorisch en financieel) afgetoetst op
basis van proefprojecten in verschillende bedrijven in eerdere jaren.
Uitgaande van resultaten van het focusproject (inclusief de interviews) kunnen twee tendensen gedetecteerd worden die voor het beroep een interessant toekomstperspectief openen in combinatie met het invullen van de - bij bedrijven groeiende - nood aan/verplichting tot inzetten van adequaat personeel ten behoeve van bescherming, preventie en welzijn op het werk:
1) de beroeps-specifieke competenties van de ergotherapeut leveren een meerwaarde bij concrete implementatie van het preventiebeleid (dat wordt
geadviseerd door externe preventiediensten - EDPBW). Dit past binnen het vigerende wettelijk kader (zie hoger) en binnen de modaliteiten die door de wetgever voor het realiseren en vergoeden van deze diensten zijn voorgeschreven
2) een interne werving van een ergotherapeut ten behoeve van de procesmatige opvolging van preventieve maatregelen (ergonomie, psychosociale aspecten, gezondheidsbevordering) kan kaderen binnen het preventie-/ welzijnsbeleid van het bedrijf zoals dat wordt uitgewerkt en gerealiseerd door de interne preventie-dienst (IDPBW). Ook daar kan sprake zijn van een ROi door terugdringen van verzuim, behoud van menselijk kapitaal in de organisatie bij toenemende leeftijd , ondersteuning in loopbaanbegeleiding van -ouder wordende - werknemers, proactief advies en ondersteuning van medewerkers met tijdelijke en/ of langdurige beperkingen....
Uit het focusproject bleek ook dat er verder onderzoek nodig is om na te gaan hoe het in zetten van een ergotherapeut een meerwaarde ('Return on lnvestment' - ROi) kan realiseren als onderdeel van implementatie van welzijns-en personeelsbeleid binnen de structuur van een profit -bedrijf
Het voorliggend project gaat hierop en en zich op het exploreren en concretiseren van de meerwaarde (door inzetten van ergotherapeuten) bij het opzetten en realiseren van het welzijnsbeleid in ondernemingen (profit-sector). De win -win relatie die de samenwerking van een ergotherapeut binnen het ontwikkelen en realiseren van een preventiebeleid (intern of extern) tot stand kan brengen, kan - zo blijkt uit voorgaand onderzoek - geconcretiseerd worden vanuit 1) advisering op de 3 preventieniveaus binnen de bedrijven m.b.t. gezondheid, ergonomie en psychosociale aspecten; 2) de uitbreiding van het praktijkgerichte dienstverleningsaanbod van de EDPBW en 3) het inspelen op de "vraagmarkt" (nood aan bekwame medewerkers bij EDPBW) in combinatie met een "aanbodmarkt" (ergotherapeuten die aantoonbaar de competentie s hebben om op de vraag in te gaan).
Concreet betekent dit dat bij bedrijven (en met oog voor hun verplichte samenwerkingen met hun externe preventiepartners) het inzetten van een ergotherapeut, i.f.v. welzijn- en preventiebeleid, de doelstellingen van dit project zullen worden nagestreefd via 2 onderzoekspistes:
1) het ontwikkelen van een digitale tool die gestandaardiseerde screening toelaat van primaire preventie (risicoanalyse, via secundaire preventie (job matrix) tot tertiaire preventie (re-integratiematrix) , nauw aansluitend bij de (voor werkgevers verplichte) risico -inventarisatie, - evaluatie en - analyse (RIE&A) en
2) het concretiseren en valoriseren van het mogelijke takenpakket van de ergotherapeut binnen de samenwerking met de EDPBW en/of IDPBW d.m.v . het uitwerken van een organigram.
Monia Vereecken, Sanne Van Craeyevelt, Sharona Vonck, Lennert Lambrighs, Roel Bosmans