Dit onderzoek focust op twee spanningsverhoudingen. Enerzijds is er aan de kant van de beeldend kunstenaar een onwennigheid om zowel verbaal als schriftelijk uitdrukking te geven aan de eigen, beeldende creaties. Dit vraagt om adequate werkvormen die moeten toelaten het concept, het creatieproces en de presentaties in kaart te kunnen brengen.
Anderzijds bestaat er tussen de inherente kwaliteit van het beeldend kunstwerk en de plaats die het verwerft in de kunstwereld vaak een wanverhouding. Op welke wijze kunnen strategieën worden uitgewerkt die de inschrijving van het werk binnen de media en de sleutelposities op de kunstmarkt kunnen faciliteren. Communicatieve competenties en netwerking staan hierbij centraal.